Droom van militairen in gevaar

Defensie investeert eindelijk weer in nieuwe spullen. Maar buitenlandse fabrikanten kapen de grote orders weg, zoals mogelijk ook met de door militairen zelf ontworpen ‘Vector’ staat te gebeuren.

Het is precies 150 uur sleutelen in een voormalig partycentrum in Tiel. Maar dan staat er ook wat; een terreinwagen zoals die uit geen enkele andere autofabriek op de wereld rolt, vertelt trotse bouwer Henk van der Scheer van bedrijf Defenture. Dit model is sterker dan elke andere terreinwagen. Snel en comfortabel. Licht en wendbaar, zodat het niet vast komt te zitten in wat voor terrein dan ook. Er is veel ruimte voor bagage en de auto laat zich ook nog eens gemakkelijk verplaatsen met een helikopter.

Paradepaardje

De Vector, zoals deze wagen officieel heet, is sinds vier jaar het nieuwste paradepaardje van de Nederlandse commando’s. Ze mochten zelf meedenken over hoe hun ideale auto eruit moest komen te zien. Het resultaat trekt wereldwijd de aandacht: Italianen, Indonesiërs en zelfs Amerikanen zijn al komen kijken.

De voormalige commandant der strijdkrachten Tom Middendorp roemde het project ooit als schoolvoorbeeld voor hoe defensie samenwerkt met het bedrijfsleven. Een mooi compliment voor de bouwers van de Vector, maar het dreigt bij die mooie woorden te blijven.

Defensie heeft een mega-order van ruim vijfhonderd terreinwagens te vergeven. Dit keer voor de Luchtmobiele Brigade. Elke autobouwer is uitgenodigd een goed bod te doen en Defenture dingt uiteraard mee. Formeel is deze zogenoemde Europese aanbestedingsprocedure volgens de regels, het zit Van der Scheer toch niet lekker.

Stuntprijs

De goedkoopste prijs is hierin namelijk een belangrijke factor. Dat is op zich een fijn idee voor de Nederlandse belastingbetaler, vindt ook Van der Scheer. Maar, er is altijd wel iemand in de wereld te vinden die een terreinwagen voor een stuntprijs kan aanbieden. Alleen krijg je dan niet hetzelfde als waar Van der Scheer jarenlang met Nederlandse militairen aan heeft gebouwd; een terreinwagen op maat gemaakt voor deze krijgsmacht.

Dat is extra zuur voor Van der Scheer, omdat defensie in veel nota’s de afgelopen jaren aangeeft dat het de Nederlandse defensie-industrie wil laten opbloeien. ,,Dan zou je dus juist een product moeten kiezen die uitgedacht is met onze eigen militairen en hier wordt gebouwd. Ook als het Nederlandse product niet het goedkoopste is.”

Die goedkoopste prijs van de order staat wat Van der Scheer betreft ook ter discussie. Hier laten bouwen levert Nederland namelijk economische voordelen op en schept werkgelegenheid, rekent Van der Scheer voor. ,,De helft van wat onze auto kost, komt uiteindelijk weer terug in de staatskas. Er staan straks 350 mensen op de loonlijst die inkomstenbelasting betalen. We dragen btw af en winstbelasting. Dat geld blijft allemaal in Nederland. We kunnen deze auto straks misschien gaan exporteren. Dat levert de staatskas ook weer geld op.”

Maar, deze voordelen worden volgens Van der Scheer niet meegewogen bij de uiteindelijke keuze van de nieuwe terreinwagen. En dus trekt hij aan de bel nu het nog kan. Hij hoopt dat de politiek in actie komt.

Frustratie

De vrees dat buitenlandse bedrijven er met deze en andere grote orders vandoor gaan, heeft niet alleen deze ondernemer. Ook Nederlandse marinebouwers zijn doodsbenauwd dat ze het nakijken hebben als de Koninklijke Marine de komende jaren voor ruim 6 miljard euro nieuwe schepen mag kopen. Het gebeurde al eerder bij een bestelling voor tweeduizend nieuwe vrachtwagens. Het Zweedse Scania mag ze leveren ten koste van het Nederlandse DAF. Een groot verlies voor het Eindhovense bedrijf, want ze waren decennialang de belangrijkste leverancier van het leger. ,,We waren ervan overtuigd dat het leger het best denkbare voertuig met de beste service zou krijgen, maar het gaat, zoals bij alle Europese aanbestedingen, vooral om de prijs”, reageerde DAF vorig jaar gefrustreerd.

Lees verder op AD.nl