Bouw van nieuwe onderzeeboten is nu vooral een politieke afweging geworden

Nog voor het kerstreces moet duidelijk zijn met welke partij Nederland in zee gaat voor de volgende fase in de aanschaf van de opvolger van de Walrus-klasse onderzeeboten.

De spanning is voor vertegenwoordigers van de vier overgebleven partijen inmiddels te snijden. De kanshebbers zijn Saab-Damen (Nederland en Zweden), tkMS uit Duitsland en het Franse Naval. Een Spaanse werf doet ook mee, maar wordt geen echte kans toegedicht.

„Het is absoluut spannend”, zegt oud-marineofficier Robin Middel die inmiddels voor Damen werkt. „Aanvankelijk zou voor het zomerreces de knoop worden doorgehakt. Nu zijn we een half jaar verder. Op alle niveaus wordt het onderzeebootdossier echter in Den Haag besproken. Nog dit jaar moet het besluit vallen.”

Spoed is geboden, omdat het zeven jaar duurt voor de eerste boot van de band rolt. Maar of er direct gekozen wordt voor één bouwcombinatie of dat er verder wordt onderhandeld met twee of zelfs drie partijen, dat is niet duidelijk. Wel duidelijk is dat het een politieke afweging wordt, meldt een kapitein-ter-zee in de Haagse wandelgangen: „We wachten af aan welk land Mark Rutte deze opdracht gunt’, zegt de kolonel.

Doorslag

Andere ingewijden bevestigen dat de politieke component in dit soort miljardenorders de doorslag geeft. „Voor admiraal Kramer is het klip en klaar”, zegt een tweede marineofficier. „De marinecommandant wil het Nederlands-Zweedse product, omdat deze het beste aansluit bij de operationele wensen van de marine.” 

Lees verder in het Noord Hollands Dagblad