Strijd om Nederlandse onderzeeebootdeal feller: TKMS opent aanval

“Het is alsof je Fokker vraagt een straaljager te bouwen,” zei de CEO van de Duitse scheepswerf TKMS Rolf Wirtz zaterdag in De Telegraaf. De marktleider op onderzeebootgebied opende daarme de aanval op de combinatie Saab-Damen die momenteel als een van de grote kanshebbers voor de Nederlandse onderzeeboten geldt. Wirtz legt vooral de nadruk op de relatieve onervarenheid van de concurrenten en de bijbehorende risico’s. 

In 2013, nog voordat Defensie openlijk over vervanging sprak, waren er al intentieverklaringen met Noorwegen en later Duitsland getekend over samenwerking op gebied van onderzeeboten. Uit gesprekken die Marineschepen.nl in de jaren daarop voerde kwamen steeds vaker (onbevestigde) verhalen naar voren waaruit bleek dat TKMS de order zou krijgen. Dat veranderde echter plotseling, in een tijd dat TKMS het op alle fronten moeilijk kreeg. Het verloor bijvoorbeeld de competitie om Australische onderzeeboten van Naval Group, er waren technische problemen met nieuw door hen opgeleverde schepen en onderzeeboten, TKMS werd zelfs uitgeschakeld in de race om Duitse MKS-180 fregatten.

TKMS zakte ver terug. Sinds vorig jaar lijkt de strijd vooral te gaan om Saab-Damen en Naval Group. Aangezien de verwachting is dat twee van de vier partijen naar de volgende ronde zullen gaan, is een derde plaats uiterst zorgelijk voor TKMS. Bij TKMS is er bovendien de vrees dat de strijd al gelopen is en de keuze achter de schermen is gevallen op de Zweeds-Nederlandse combinatie. De tijd om er nog iets aan te doen dringt, want binnen een paar weken wordt de verlossende B-brief van staatssecretaris Barbara Visser verwacht.

Ervaring
TKMS was de afgelopen jaren nauwelijks in de publiciteit omtrent de Nederlandse onderzeebootdeal (wel zijn er veel contacten met Defensie geweest), maar nu wordt het offensief gekozen om uit deze benarde situatie te komen. Speerpunt: de risico’s van onderzeebootbouw. Uiteraard een gevoelig punt in politiek Den Haag, waar men risico’s zoveel mogelijk wil uitbannen. Vanuit PR-oogpunt een (voor de korte termijn) slimme zet, en TKMS heeft ook een punt. TKMS heeft namelijk van alle partijen die deelnemen in de competitie verreweg de meeste onderzeeboten ontworpen en gebouwd. Hoe meer ervaring, hoe meer kennis en hoe minder risico, is het idee. En met die ervaring zit het wel goed. Want TKMS heeft, nadat de laatste door Nederland gebouwde onderzeeboot in 1994 in dienst werd gesteld, volgens een telling van Marineschepen.nl 73 onderzeeboten gebouwd of in bestelling gekregen voor de komende jaren. Deze onderzeeboten werden ontworpen en/ of gebouwd voor twaalf verschillende landen, in tien verschillende variaties en worden over de hele wereld gebouwd. Van Duitsland tot Singapore en van Zuid-Korea tot Brazilië.

Navantia, Naval Group en Saab Kockums komen niet eens in de buurt, zelfs niet als al hun projecten vanaf 1995 bijelkaar worden opgeteld. Naval Group heeft, volgens Marineschepen.nl, sindsdien namelijk 43 onderzeeboten gebouwd/ in bestelling. Veertien daarvan, Scorpènes, werden in samenwerking met Navantia gefabriceerd. Ook de Franse werf bouwde de onderzeeboten in eigen land en het buitenland. Van de 43 bouwden ze zes verschillende varianten.
Een belangrijk voordeel dat Naval Group vergeleken met de andere bouwers heeft, is dat 14 van die 43 onderzeeboten nucleaire onderzeeboten zijn. Acht daarvan zijn zelfs nucleaire onderzeeboten met ballistische raketten (SSBN). Daar zijn de Fransen terecht trots op, want die onderzeeboten zijn nog complexer dan conventionele onderzeeboten.

Het Spaanse Navantia bouwde dus veertien Scorpènes samen met de Fransen, alvorens zij aan hun eerste eigen project begonnen, de S-80. In totaal 18 boten in de laatste 25 jaar. Wat er gebeurde met de S-80 is bekend, een vertraging van 11 jaar een kostenoverschrijding van ruim een miljard euro. Maar, zeggen de Spanjaarden, we hebben er van geleerd en beginnen niet meer vanaf nul aan een ontwerp.

Lees verder op Marineschepen.nl