Vandaag heeft de staatssecretaris van Defensie in een brief aan de Tweede Kamer bekendgemaakt dat de bouw van nieuwe fregatten voor de Koninklijke Marine met twee jaar vertraagd wordt. NMT heeft er waardering voor dat het kabinet in de zogenaamde B-brief de volgende fase in de ontwikkeling van de fregatten aankondigt, maar maakt zich grote zorgen om de zoveelste vertraging bij een aanbesteding voor de Koninklijke Marine. Deze vertraging gaat volledig voorbij aan de klemmende oproep van alle maritieme branches om reeds geplande overheidsinvesteringen naar voren te halen en daarmee het behoud van het Nederlandse marinebouwcluster te waarborgen. Bovendien moeten onze marinemannen en -vrouwen hun taken door dit besluit nog langer met zwaar verouderd materieel uitvoeren.
De staatssecretaris geeft in haar brief aan ‘dat na de contractsluiting een gedetailleerde ontwerpfase van ongeveer twee jaar nodig is voordat de bouw van het eerste schip kan starten. Dit is langer dan aanvankelijk voorzien’. Het vertragen van deze order, waar ongeveer 2 miljard euro mee gemoeid is, is schadelijk voor de gehele keten in de marinebouw. Bovendien staat dit besluit in schril contrast met de actieve houding van de overheid in andere Europese landen om overheidsinvesteringen naar voren te trekken. Een goed voorbeeld hiervan is Duitsland, dat haar maritieme industrie actief steunt door orders versneld bij de eigen industrie te plaatsen. Bij de bouw van marineschepen is een ecosysteem van grotere en kleinere bedrijven in Nederland betrokken, dat uiteindelijk bijdraagt aan het hoogwaardige eindproduct. Zo’n zeventig tot tachtig procent van de nieuwbouw wordt uitgevoerd door deze toeleveranciers, vrijwel allemaal mkb-bedrijven. Zij kunnen vervolgens stuk voor stuk verder innoveren op hun eigen deelsystemen. Ze verhogen daarmee het exportpotentieel van de hele sector. Hiermee verdienen ze iedere uitgegeven belastingeuro dubbel en dwars terug.
Uitstel van projecten betekent dus uitstel van innovatie en werk door Nederlandse bedrijven. Dat is schadelijk voor de ontwikkeling van onze hoogwaardige industrie. Bovendien staat de vertraging van de fregattenorder niet op zichzelf. Verschillende andere aanbestedingen voor de Koninklijke Marine zijn immers eveneens vertraagd. Het kabinet laat daarmee verschillende mogelijkheden om de strategisch belangrijke eigen maritieme maakindustrie te steunen onbenut, terwijl deze door de Coronacrisis hard en langdurig wordt geraakt. Daarom herhalen wij bij deze nogmaals de oproep van NMT en Nederland Maritiem Land, zoals aangegeven in het Maritiem Herstelplan, om geplande overheidsopdrachten te gunnen aan de Nederlandse marinebouwsector en naar voren te halen. Daarmee kan de sector, zonder enige staatssteun, blijven innoveren, werkgelegenheid bieden en geld verdienen voor de ‘BV Nederland’.