Het project “Vervanging onderzeebootcapaciteit” is een van de grootste en meest complexe materieelprojecten voor de komende jaren. Een substantiële participatie is voor de Defensie zeker zo belangrijk als voor de nationale industrie: het borgt immers de strategische autonomie van onze Onderzeedienst. Het DUKC staat voor het behoud van onderwatertechnologie en zet zich in om deel te nemen aan het project “Vervanging onderzeebootcapaciteit”. Het DUKC is een werkgroep van het Platform NIDV Marinebouw Cluster. Bedrijven met een ambitie en een toekomst die past bij Nederland als toonaangevende maritieme natie.
Deze weken begint de dialoogfase (D-fase) in de aanbestedingsprocedure van de vervanging van de Walrus-klasse onderzeeboten. Een klemmende oproep wordt gedaan om het keuzeproces te versnellen. Dit is in de dialoog essentieel voor het Nederlandse bedrijfsleven.
Inmiddels heeft de Ministeriele Commissie Onderzeeboot Vervanging (MCOV) ingestemd met de eindrapportage van de voorbereidingsfase van de dialoog van het project, waarmee het groene licht voor de start van de dialoog gegeven is. Tijdens de dialoog gaat defensie op basis van een concept Overeenkomst en -Programma van Eisen voor zowel de boten als de In-Service Support het gesprek aan met drie kandidaat-werven, te weten Naval Group (Frankrijk), Saab Kockums (Zweden) en Thyssenkrupp Marine Systems (Duitsland). Een belangrijk onderwerp tijdens deze dialoog is het beschermen van de Nederlandse wezenlijke nationale veiligheidsbelangen.
In Nederland hebben we weliswaar geen specifieke onderzeebootwerf meer maar De Gouden Driehoek eromheen bestaat nog steeds en is springlevend verenigd in het DUKC. De instandhouding van Walrusklasse is juíst een toonbeeld van het succes van De Gouden Driehoek; samen ontwerpen, samen bouwen en samen onderhouden. Samen de onderzeeboten veilig en paraat inzetten overal ter wereld. Met het nieuwe DUKC ambitiedocument worden relevante stakeholders deelgenoot gemaakt van de aanwezige kennis, kunde én ambities van de bedrijven verenigd in het ‘Dutch Underwater Knowledge Centre ‘ (DUKC).
De Nederlandse toeleveranciers moeten met drie kandidaatwerven in “stove pipes” de Nederlandse eisen omzetten in ontwerpen. En daarna dus drie offertes maken, allemaal voor eigen rekening en risico. Daarbij mag de informatie van de drie kandidaatwerven niet worden uitgewisseld. Dat is niet alleen een stevige barrière voor sommige partijen, maar het zal ook de kosten opdrijven. Deze kosten die zijn gemaakt, moeten worden terugverdiend.
Een klemmende oproep wordt gedaan om het keuzeproces te versnellen. Dit is in de dialoog essentieel voor het Nederlandse bedrijfsleven. In de bij het Ambitiedocument behorende oplegnotitie ‘Vroegtijdige deelname aan ontwerpfase is van levensbelang’ wordt daarom grote zorg geuit.