Zeemacht nog in woelig water

DEN HELDER – Defensie komt bij van een kwarteeuw aan afbraak door bezuinigingen. De Telegraaf onderzoekt deze maand hoe onze krijgsmacht er werkelijk voor staat en wat de toekomstperspectieven zijn. Vandaag: de Koninklijke Marine.

Wie in de marinehaven van Den Helder rondloopt, ziet tevreden gezichten. Sinds de noodhulpverlening aan Sint Maarten na orkaan Irma straalt het blauwe deel van defensie hernieuwd zelfvertrouwen uit. Bovendien: de boel váárt weer, terwijl vorig jaar marinemensen onverholen mopperden over de haven vol schepen die aan wal lagen omdat geld voor reservedelen en brandstof ontbrak.

Van alle krijgsmachtdelen profiteert de zeemacht het meest van het herstelprogramma van defensieminister Bijleveld. De twee m-fregatten worden vervangen, net als de zes mijnenjagers en er komt een nieuw bevoorradingsschip. De vervanging van de onderzeeboten werd al eerder in gang gezet. Van de 12,7 miljard euro die Defensie tot 2033 extra investeert, gaat grofweg de helft naar de marine.

Leegloop
Vanaf 2015 wordt er weer geïnvesteerd. Dat heeft de inzetbaarheid verbeterd. Maar het lijntje tussen vooruitgang en verval is dun. De pijn zit vooral aan personele kant. Bijna één op de tien militaire functies is onvervuld. Vooral bij het Korps Mariniers gaat het niet goed. Voor de minister staat het nog niet vast, maar de zeesoldaten weten het zelf zeker. Het korps loopt leeg door de voor 2020 geplande verhuizing naar Vlissingen. De overgrote meerderheid van de mariniers wil daar niet heen. De personele nood is zo hoog dat het korps een complete compagnie (100 man) tijdelijk heeft opgeheven. Uit interne stukken blijkt dat er onder mariniers niet alleen grote ergernis over Vlissingen bestaat. De militairen moeten het ondanks mooie woorden over herstel van minister en militaire top doen zonder voor hen essentiële middelen. Zo is de inzetbaarheid van hun Viking gevechtsvoertuigen ’zeer laag’ en zijn de onbemande Raven verkenningsvliegtuigjes helemaal niet meer beschikbaar.

Na het schietongeval in Mali waarbij in 2016 twee landmachtmilitairen om het leven kwamen, mag er niet meer worden geschoten met de 60 millimeter mortieren. Er zijn nieuwe besteld die al geleverd hadden moeten zijn. Door vertragingen wordt het op zijn vroegst het derde kwartaal van dit jaar. De mariniers zijn tot hun eigen frustratie door de materieelproblemen onvolledig getraind voor inzet.

Lees verder op Telegraaf.nl