Innovatiesteun voor topsectoren vooral met de mond beleden

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) zegt innovatie zowel met generieke als met specifieke maatregelen te ondersteunen. Maar in de praktijk gaat er steeds meer geld naar algemene belastingvoordelen voor innovatie. Tegelijkertijd dalen de uitgaven voor gerichte steun aan vernieuwingen in bijzondere sectoren.

Tot die conclusie komt docent en onderzoeker Evert-Jan Velzing van de Hogeschool Utrecht in het economenblad ESB. Hij wijst op de discrepantie tussen wat EZK met de mond belijdt en waaraan het departement zijn geld uitgeeft. De editie van ESB die deze woensdag verschijnt, bevat een themadeel over de Nederlandse industriepolitiek. Nut en noodzaak van het huidige topsectorenbeleid zijn omstreden.

Winnaars steunen

Na kostbare en vruchteloze pogingen om onder meer de scheepsbouw en de textielindustrie voor Nederland te behouden, richtte het industriebeleid van opeenvolgende regeringen zich vanaf de jaren tachtig hoofdzakelijk op generieke bevordering van innovatie. In 2004 leek opnieuw sprake van een kentering, schrijft Velzing. Economische Zaken (EZ) wees sleutelgebieden aan en later, in 2012, topsectoren, vanuit de gedachte dat de overheid vooral bewezen winnaars een extra steuntje in de rug moet geven.

Lees verder op FD.nl