De stijgende lijn is ingezet

Na 25 jaar van bezuinigingen is het voor Defensie wennen dat er weer meer dingen kunnen. Een nieuwe CAO zorgt voor betere arbeidsvoorwaarden, reserve-onderdelen zijn weer beter beschikbaar en CZSK Rob Kramer zet in op aantrekkelijke internationale oefenprogramma’s met verschillende eenheden. Twee zaken gaan niet snel genoeg: de besluitvorming rond de vervanging van de onderzeeboten en de M-fregatten.

Rob Kramer is inmiddels twee jaar de commandant zeestrijdkrachten, de eerste hoogste man bij de Koninklijke Marine die de organisatie uit een dal qua beschikbaar budget en middelen mag loodsen. Na 25 jaar bezuinigen bij de volledige defensieorganisatie kwam er onder het huidige kabinet eindelijk budget bij. Dat gebeurde tegen de achtergrond van een Amerikaanse president die de bondgenoten van de NAVO maant tot het kunnen ophouden van de eigen broek en een dreigende handelsoorlog met China. “Als mens en als vader is het jammer om te moeten constateren, maar het is hard nodig dat we in de toekomst in het hoogste geweldsspectrum kunnen blijven opereren. Om relevant te blijven wordt daar hard aan gewerkt. Daarnaast wil ik herhalen wat ik bij mijn speech zei toen ik twee jaar geleden aantrad. De mensen zijn het allerbelangrijkste.”

Afgelopen zomer werd er een nieuwe CAO voor Defensie gesloten. Kramer: “Dat is een Haags proces geweest, maar ik heb er samen met mijn collega’s van andere Defensie-onderdelen wel continu de druk op moeten houden dat er betere voorwaarden moeten komen voor onze mannen en vrouwen.” Zo stijgt het salaris over het hele loongebouw met gemiddeld zo’n 8%. Ook kreeg de bemanning voorheen slechts een dag gecompenseerd wanneer ze een weekend van huis waren op oefening. Verder is de vaartoeslag omgezet in een gunstigere oefentoeslag. Ook wil Kramer aantrekkelijkere havens en vaarprogramma’s. “Oefeningen met verschillende eenheden, combinaties van fregatten, onderzeeboten, vliegtuigen een helikopters, liefst in internationaal verband. Door veel samen te oefenen versterken we elkaar in het uiteindelijke product: het leveren van slagkracht op en vanaf zee.”

Lees verder bij Maritiem Nederland